
In het kwartet zitten zes dieren met speciale krachten:
Je herkent deze dieren door het bliksemflits-tekentje op het kaartje! Vooral in het kwartet van Mol & Co zijn er veel te vinden. Aparte snuiters dus!
Spreek van tevoren af of je de speciale krachten mag gebruiken in dat potje. Als je al met ervaren spelers speelt, is dit wel het leukste... Of kies een paar speciale krachten uit. Probeer het gewoon!
Gebruik zijn speciale kracht zo: als je de tijgerslak in handen hebt, mag je als je aan de beurt bent 1 naaktslak-kaart proberen te roven bij iemand anders. Vraag één andere speler naar keuze of hij een naaktslakkaart heeft. Ja? Dan mag je die ‘opeten’ op vertoon van je tijgerslak. (Je hoeft dus niet precies te weten WELKE naaktslak – wat anders wel altijd moet). Zo heb je sneller het naaktslakken-kwartet compleet...
Gebruik zijn speciale kracht zo: Als iemand vraagt om de oprolpissebed die jij in je hand hebt, dan kan de oprolpissebed zich redden door zich op te rollen. Je legt hem twee rondes lang voor je op tafel. Niemand mag in de tussentijd om je oprolpissebed vragen. Dit kan maar 1 keer. Je hebt dus twee beurten extra de tijd om je kwartet van de pissebedden compleet te maken.
Als de oprolpissebed daarna toch naar een andere speler gaat, dan kan hij of zij ook weer 1x gebruik maken van de speciale kracht.
Gebruik zijn speciale kracht zo: als je de grote glimworm hebt, mag je 1x je beurt gebruiken om ‘je licht op te steken’. Je vraagt de andere spelers om hun kaarten op tafel te leggen en hun ogen dicht te doen. Jij mag dan de kaarten van 1 persoon bekijken – zonder dat de anderen het zien van wie & wat erop staat. Je kan dit bijvoorbeeld gebruiken om te zien of die ene persoon inderdaad die kaart heeft die jij zoekt…
Let op! Omdat de anderen dan weten dat jij de glimworm hebt, kan ie makkelijk afgepakt worden door iemand met kaarten uit hetzelfde kwartet. Die speler mag daarna ook 1x de speciale kracht van de glimworm gebruiken. De kracht van de glimworm is uitgewerkt zodra iemand het kwartet van de kevers compleet heeft.
Gebruik zijn speciale kracht zo: Als je de mol in je hand hebt, kun jij zelf ook goed graven. Je mag hem 1x gebruiken om een kaart ‘op te graven’ uit de stapel. Iedereen legt zijn kaarten voor zich op tafel en doet zijn ogen dicht (het is wel donker onder de grond he…). Kies uit de drie onderste kaarten van de stapel in het midden/de pot welke je wilt. Daarna schuif je de mol stiekem bij een van de andere spelers in het stapeltje. De speler die de mol in zijn stapeltje vindt, vertelt dit niet meteen maar mag de mol zelf later ook 1x laten graven.
Als je de mol niet laat graven, kun je hem in je hand houden als ‘gewone kaart’.
Gebruik zijn speciale kracht zo: als je de kaart laat zien, mag je (zonder te kijken wat erop staat) een kaart trekken uit de stapel. Die heeft de bosmuis voor je opgegraven…
Let op: de andere spelers weten nu dat jij de bosmuis hebt. Je kunt hem dus snel weer kwijt zijn, als iemand anders een kaart uit het viervoeter-kwartet heeft.
Gebruik zijn speciale kracht zo: als je de watersalamander eenmaal hebt, dan blijft hij bij je. Waar je ook bent : ) Als iemand er om vraagt, hoef je hem dus niet af te staan. Als je het viervoeters-kwartet niet wilt verzamelen, dan kun je er ook voor kiezen de watersalamander af te staan als erom gevraagd wordt. Daarvoor in de plaats mag je een andere kaart trekken uit de hand van de vragende speler.
Tip: verzin zelf ook eens speciale krachten bij andere bodemdieren! En bedenk dan hoe je die kan inzetten in het spel…
We horen het graag als je tips of goede ideeen hebt: bodemdierendagen@nioo.knaw.nl
Veel plezier!!