
![]() |
OFFICIËLE NAAM: Talpa europaea ROEPNAAM: Mol |
![]() |
ADRES: Onder de grond in zelf gegraven tunnels, vooral op plaatsen waar veel regenwormen in de bodem zitten. Hij zit het liefste in rulle, humusrijke grond. |
![]() |
SIGNALEMENT: Dit zoogdier heeft een dikke zwarte vacht en grote graafhanden met vijf vingers én een duim (ja, echt!). De ogen van de mol zijn erg klein, waardoor hij nauwelijks kan zien. Hij is herkenbaar aan zijn spitse slurfvormige roze snuit en zijn kleine staart. |
![]() |
LEEFTIJD: Een mol kan ongeveer 3 jaar oud worden, hoewel maar 10 % van de dieren deze mijlpaal haalt. |
![]() |
BEVOLKINGSDICHTHEID: Maximaal 1 mol per handje grond. Dan moet je wel mazzel hebben, want zijn territorium kan net zo groot zijn als een voetbalveld! |
![]() |
FAMILIE: De familie mol bevat 46 verschillende soorten. Maar er komt er maar één voor in Nederland, tenzij je de veenmol meerekent natuurlijk ;). |
![]() |
ETEN: De mol eet het liefste regenwormen. Ook larven, insecten, spinnen, slakken en jonge muizen staan soms op zijn menu. Per dag eet hij 50 % van zijn eigen gewicht aan 'bodemsnacks': een echte veelvraat! Dit eten komt hij trouwens meestal per toeval tegen in zijn tunnel, tafeltje dekje! |
|
IN HET NIEUWS: Sinds 2005 staat de mol niet meer op de lijst van beschermde dieren. Tot die tijd werd hij beschouwd als een nuttige insecteneter. Nu zien mensen de mol eerder als een dier dat overlast veroorzaakt in strakke gazons. |
![]() |
WETENSCHAP: Onderzoekers hebben in 2013 ontdekt, dat de signalen die binnenkomen in de twee neusgaten van de mol afzonderlijk worden verwerkt in de hersenen. Zo kan de mol heel precies uitvinden waar zijn prooi uithangt. NIOO-onderzoek uit de jaren 60 van de vorige eeuw laat zien hoe goed de mol de toen spiksplinternieuwe IJsselmeerpolders koloniseerde. Hij kan heel goed zwemmen... |