Tuinbodemcheck regenwormen
Tuinbodemcheck regenwormen
Regenwormen maken gangen en zorgen zo dat er water en lucht in jouw bodem komt: belangrijk voor een goede groei van planten en het opslaan van water. Ook breken ze dode planten- en dierenresten af en zetten ze om in voeding. Zo composteren ze het tuinafval dat jij gerust kan laten liggen in je tuin. Hoeveel verschillende regenwormen zitten er in jouw tuinbodem?
Wat neem je mee?
- Een schep
- Een meetlat van tenminste 20 cm lang
- De bodemdierenzoekkaart
- Een vergrootglas is handig
Vier emmertjes of bakjes
Zie ook de Tuinbodemcheck Onder het Maaiveld.
Wat moet je doen?
Pak je schep en steek een kluit uit van ongeveer 20 x 20 x 20 cm. Haal de kluit voorzichtig uit elkaar en ga op zoek naar wormen. Als je een worm vindt, kijk je op de kaart welke soort het is en doe je hem in een apart bakje. De bakjes kun je eventueel stickeren.
Ben je klaar? Tel dan het aantal regenwormen per soort en vul ze in op dit formulier. Je kunt meer dan één keer meedoen, gebruik dus een nieuw formulier voor elke graafplek (dus niet bij elkaar optellen en in één keer doorgeven)!
- Check nog even: Hoe herken je de verschillende soorten regenwormen?
- N.B.: in sommige versies van de toolkit wordt gevraagd om een kluit van 15 x 15 x 15 te bekijken. Bij voorkeur is het de maat van 20 x 20 x 20, maar als je al een waarneming hebt gedaan met de kleinere maat: geef dat vooral goed aan in het formulier. Dan weten we hoe we de waarnemingen kunnen vergelijken. Dank!