10 tips voor je bodemdiervriendelijke tuin
10 tips voor je bodemdiervriendelijke tuin
Wil je ook graag een tuin met een gezond bodemleven? Volg deze 10 tips!
Tip 1: Weinig tegels en kunstgras
Zorg dat een zo groot mogelijk stuk van je tuin niet bedekt is met tegels of kunstgras. Dat is beter voor bodemdieren, voor planten én voor de afvoer van regenwater. Maximaal de helft van je tuin betegelen is een goede richtlijn.
Tip 2: Bedek met planten
Niet betegeld is niet hetzelfde als onbedekt! Houd de grond in je tuin het hele jaar door zoveel mogelijk bedekt met bodembedekkende planten of organisch materiaal zoals bladeren, compost of houtsnippers.. Dat is goed voor bodemdieren.
Tip 3: Snoei in de lente
Snoei de vaste planten in je tuin niet in de herfst maar pas in het voorjaar. Zo zorg je ervoor dat bodemdieren beter de winter door kunnen komen. Let er wel op dat het tijdens en na de snoeibeurt niet meer vriest.
Tip 4: Spit niet
Veel bodemdiertjes zijn zó klein, dat het omspitten van je tuin hun hele wereld op zijn kop zet. Ze moeten voor hun doen heel ver reizen om weer op hun ideale plekje te komen. Als het ze al lukt… Ploeg dus niet elk jaar je tuin om. Schoffelen kan, maar doe dit ook slechts oppervlakkig.
Tip 5: Laat blaadjes liggen
Laat in de herfst de bladeren in je tuin zoveel mogelijk liggen: dat is voedsel voor het bodemleven! Hark blaadjes alleen weg van het gras en het pad. Daarmee bied je kleine en grote bodemdieren (egels!) voedsel en schuilplekken in de winter.
Tip 6: Takken, stenen, hotels
Door oude takken of boomstammen in je tuin te leggen, trek je meer bodemdieren aan. Of maak ergens een hoopje van oude bakstenen, potscherven en/of dakpannen. Heb je de smaak te pakken? Bouw dan ook eens een insectenhotel.
Tip 7: Meerdere bodems
Diversiteit in je tuin is goed, ook wat betreft het soort bodem. Dus breng op een zandige bodem plekken aan met rijkere (klei)grond, en maak op rijke grond juist ook wat (schaarse) zanderige plekken. En zorg voor water in je tuin...bijvoorbeeld een vijvertje.
Tip 8: Gebruik weinig mest
Mest? Daar worden maar een paar planten- en diersoorten blij van. Gebruik dus vooral niet te veel, en liever organische mest dan kunstmest.
Tip 9: Inheemse planten
Planten die van nature in Nederland voorkomen, hebben een natuurlijke relatie met de diertjes en goede schimmels in de bodem. Zo houden ze elkaar in balans. Veel insecten die nectar nodig hebben zijn juist afhankelijk van lokale plantensoorten.
Tip 10: Geen bestrijdingsmiddelen
Gif om algen, insecten, schimmels en wormpjes snel te doden, is ongezond voor bodemdieren. Én voor de vogels en kleine zoogdieren die van hen leven. Dus bestrijdingsmiddelen in je tuin? Niet doen! Dit geldt trouwens ook voor het gebruik van sommige biologische bestrijdingsmiddelen.