Pioniers van de bodem: de Marker Wadden

Marker Wadden

Pioniers van de bodem: de Marker Wadden

Nieuws
Laatst gewijzigd:

In het nieuwste stukje Nederland staat de ontwikkeling geen seconde stil. De Marker Wadden herbergen steeds meer plant- en diersoorten, maar hoe zit het met het fundament onder al die rijkdom: de bodem? De Marker Wadden zijn daarom dit jaar één van de eerste plekken waar we een officiële bodemdierenwaarneming doen.

Op deze zonnige herfstdag is NIOO-onderzoekster Liesbeth Bakker net als elke paar weken druk met het monitoren van het water rond en op de Marker Wadden. Deels gebeurt dat vanaf de boot uit Lelystad en deels vanaf het eerste eiland, dat sinds begin deze maand ook open is voor publiek.

De metingen - helderheid, sediment, hoeveelheid zooplankton - zijn nodig voor een door Bakker geleid project om de ontwikkeling van het voedselweb op de Marker Wadden in kaart te brengen. Want om vogels en vissen naar de nieuwe eilanden te krijgen, moet er natuurlijk wel eerst genoeg te eten zijn.

Lucht en water

Insecten zijn er tijdens het rondje langs de meetpunten in elk geval in overvloed, al is de zomer inmiddels voorbij en is de val waarmee de onderzoekers de insectenstand bijhouden bij elk bezoekje weer wat leger. Maar de meeste van die insecten kunnen vliegen, of beginnen zoals dansmuggenlarven hun leven in het water.

Met de zoekkaart van de Bodemdierendagen in de hand kijkt Bakker hoe het zit met de 'echte' bodembewoners. Haar favoriet? "De regenworm. Die vind ik stoer omdat ze enorm sterke 'ecosysteem engineers' kunnen zijn, door de bodem luchtiger en meer organisch te maken - en dat zonder pootjes en met zo'n kwetsbaar lijf!"

Maar regenwormen zijn op de plek die ze voor haar waarneming heeft uitgezocht - in het haventje van het eiland, naast een paar loodsen en een randje oeverzegge - nog nergens te zien. Het had ook niet echt voor de hand gelegen om ze in zo'n vroeg stadium hier al aan te treffen.

Spinnetjes!

Wel zonder moeite te vinden: spinnetjes. "Het stikt hier van de spinnen!" Vorig jaar bij de Bodemdierendagen stonden spinachtigen voor het eerst op nummer één in de Nederlandse tuinen en parken. Maar hoe hebben deze pioniers op de bodem de afstand weten te overbruggen vanaf het vaste land naar dit nieuwste stukje aangelegde natuur?

Bakker: "Spinnen kunnen zweven. Maar ze kunnen ook zijn meegelift met bouwmaterialen, of met het rietzaad dat is uitgezaaid op de Marker Wadden." Ze verwacht dat andere bodemdieren waarschijnlijk op dezelfde manier hun weg zullen vinden - zelfs de regenworm - al is lastig te zeggen hoe lang dat nog gaat duren.

Niet erg, zegt Bakker. Hoe belangrijk bodemdieren ook zijn voor een gezonde bodem, op de Marker Wadden kunnen ze gemist worden. "In aan- of afwezigheid van bepaalde groepen bodemdieren zal de ontwikkeling een verschillend spoor kunnen gaan volgen. Maar het ene spoor is niet op voorhand belangrijker of gewenster dan het andere."

  • Liesbeth Bakker
    Liesbeth Bakker
  • Insectenval
    Insectenval
  • De haven
    De haven

Dieper graven

Conclusie van Liesbeth Bakker na een wants, drie vliegjes (geen echte bodemdieren) en nog meer spinachtigen: "Het valt niet tegen. De Marker Wadden is een heel nieuw systeem, dus eigenlijk heb je vooral kale grond. We hadden een rietkraagje uitgekozen zodat je nog een beetje een plek hebt waar die beestjes zich kunnen schuilhouden."

Als je dieper graaft kom je ook nog wel meer bodemleven tegen, verwacht ze. "Maar dat zijn vooral van die superkleine beestjes, denk ik." Springstaartjes? "Die houden van detritus, dood plantenmateriaal, en dat is hier nog maar weinig, maar het kan wel. En dat was het dan voor vandaag!" We blijven de ontwikkelingen op de Marker Wadden volgen...