Dit najaar hebben de Bodemdierendagen als thema Little eLeven. Want voor de elfde editie komen er nóg meer beestjes op het bodemdierenfeestje.
Naast de bekende Tiny Ten van de afgelopen tien jaar, maak je deze editie van de Bodemdierendagen kennis met nog veel meer bodembewoners. De Little eLeven zijn elf groepen (kleine) dieren die niet meer bij de andere 10 op de zoekkaart passen, maar die wel te zien kunnen zijn in je tuin, op het schoolplein of het stadspark. Ontmoet dit jaar onze bodem-elfjes: de Little eLeven!
1. Fluweelmijt
Hij is al een paar keer als Feestbeest bij ons te gast geweest en staat op de voorkant van ons boekje Ondersteboven: de fluweelmijt. Dit felrode beestje wordt zo’n 4 mm groot en eet nog kleinere diertjes die hij tegenkomt op. Een echte vleeseter dus, die zijn prooi in stukjes knipt voordat hij eraan begint. De larven van de fluweelmijt pakken het anders aan: zij springen op kleine spinnen en insecten. Ze grijpen zich vast, prikken een gaatje in hun prooi en zuigen zijn lichaamssappen op.
2. Oorworm
De oorworm is geen worm maar een insect en hij kruipt ook niet in oren. Wel in spleetjes en kleine gaatjes. Bijvoorbeeld onder boomschors en in de nauwe ruimte om de steeltjes van appels en peren. Daar eten ze bladluizen en vlooien. Natuurlijke plaagbestrijders dus! Ook houden ze trouwens van blaadjes, dus het zijn alleseters. De mannetjes hebben een kromme tang aan hun achterlijf en de vrouwtjes een rechte. Ze zijn ’s nachts actief.
Bijzonder is hoe zorgzaam het vrouwtje met haar eitjes omgaat. Voor de winter zoekt of graaft ze een nest in de bodem, van 5 tot 10 cm diepte. In februari of maart legt ze haar eieren. Twee maanden lang likt ze de eieren elke dag schoon om schimmelinfecties tegen te gaan. Zonder deze dagelijkse wasbeurt is een nest verloren.
3. Emelt
Deze larven van langpootmuggen lijken wel doorzichtige rupsen. Ze komen in de herfst uit hun ei en leven dan in de bodem. Daar trekken ze grassprieten naar beneden om op te eten. Dat doen ze zolang het niet vriest. Als de vorst komt, overleven ze wel dankzij ‘antivries’ in hun lijf. Begin van de zomer gaan ze verpoppen en eind augustus kruipt dan de volwassen langpootmug uit de grond tevoorschijn.
4. (Aard)rups
Dit is de rups van een groep nachtvlinders die de worteluilen heten. Eerst leven ze op de blaadjes van planten en later kruipen ze in de bodem in. Daar eten ze van plantjes en hun wortels: kleine plantjes kunnen ze helemaal naar beneden trekken. Aardrupsen vormen een heel sappig hapje voor andere dieren, zoals kevers, vogels en spitsmuizen. Als je een aardrups aanraakt, rolt hij zichzelf op. Ze hebben pootjes en daaraan zie je dat het geen emelten zijn.
5. Vuurwants
Eerst denk je misschien aan een lieveheersbeestje, maar deze rode beestjes met zwarte tekening zijn platter, langwerpig en bovendien geen kevers. Het zijn insecten! Ze zitten graag in groepen bij en op elkaar op de grond, in steden en dorpen. Daar eten ze sappen uit zaden van bijvoorbeeld lindebomen. De vuurwants komt uit Zuid-Europa en vergroot zijn leefgebied door klimaatverandering. Hij is al gevonden in het zuiden, midden en oosten van Nederland. We zijn heel benieuwd of hij nu ook langs de kust en in het noorden van ons land te vinden is.
6. Spinnendoder
Dit is een wesp. Maar dan één die geen grote nesten maakt: de spinnendoder leeft in zijn eentje. Ook al vliegen de volwassen spinnendoders, we noemen ze toch óók bodemdieren. Want als het vrouwtje haar eitjes gaat leggen, graaft ze voor ieder eitje een gang in de grond, tot een halve meter diep. Die gang eindigt in een kamer. Voor de ingang van de kamer komt het lievelingskostje van een net uitgekomen larve: een eigen spin, om lekker op te eten. Die spin is niet dood, maar alleen verlamd. Daardoor blijft hij kraakvers.
7. Veenmol
Dit diertje is een krekel. Net als de echte mol is de veenmol kampioen gangen graven. Dat doet hij met zijn brede voorpoten. Onderweg eet hij alles op wat hij tegenkomt: planten, regenwormen en insectenlarven. Maar ook zijn eigen soortgenoten! Veenmollen leven in natte veenbodems. ’s Nachts komen ze boven.
In de zomer kun je veenmollen horen: de mannetjes maken geluid om vrouwtjes te lokken. Het vrouwtje verzorgt de eitjes en larven wel twee jaar lang. Ze verplaatst ze verticaal in de bodem om te zorgen dat ze steeds de beste temperatuur en hoeveelheid vocht hebben. Wow…
8. Potworm
Zie je wel eens heel veel kleine witte wormpjes van 1 tot 2 cm in de aarde krioelen? Dat zijn potwormen. Het kunnen er best 30.000 per vierkante meter zijn. Net als de (veel grotere!) regenwormen maken ze kleine gangetjes en zorgen zo dat er lucht in de bodem komt. Ze eten schimmels, bacteriën, dode bladeren én poep van andere bodemdieren. Zo breken ze dood materiaal verder af. En dat maakt de bodem vruchtbaar.
9. Pseudoschorpioen
Deze minuscule spinachtigen van minder dan 4 millimeter hebben twee scharen die lijken op de scharen van echte schorpioenen. Maar dan dus een heel stuk kleiner. Let vooral op als je in het bos naar bodemdieren zoekt! Pseudoschorpioenen zitten tussen de blaadjes op de bodem en lijken minder in de tuin te leven. Met hun scharen kunnen ze zichzelf verdedigen, vrouwtjes verleiden (de mannetjes) en jagen. Wat ze dan eten? Springstaarten, de volgende groep van de Little eLeven.
10. Springstaart
De beste springers van het dierenrijk! Zelf zijn ze 0,5 tot 6 millimeter groot en ze kunnen 1 tot 15 centimeter hoog springen. Dat komt overeen met een mens die over de Eiffeltoren heen springt! Dat springen doen ze met een speciaal vorkje onder hun lijf, vastgezet met een haakje. Als het haakje los klapt, wordt de springstaart gelanceerd.
Springstaarten leven overal op de bodem waar rottende blaadjes, schimmels, bacteriën en aarde te vinden zijn. Ze helpen om daar compost van te maken. En ze zijn met vele: tot meer dan 100.000 per vierkante meter.
11. Aaltje
Aaltjes zijn ook bekend onder de naam ‘nematoden’. Deze microscopisch kleine wormpjes zijn de allerkleinste van de Little eLeven: sommige kun je nét met het blote oog zien. Daarom horen ze nog net thuis in de nieuwe groep die we dit jaar bij de Bodemdierendagen verwelkomen. En ze hebben een heel belangrijke rol in de bodem: aaltjes eten onder andere bacteriën en schimmels.
Doe mee!
Duik je mee de bodem in deze herfst? Van vrijdag 26 september t/m woensdag 8 oktober gaan we op zoek naar de Tiny Ten én de Little Eleven tijdens de Bodemdierendagen!