Regenwormen
Soorten: strooiseleters in 26, grondeters in 35, pendelaars in 20 en compostwormen in 27 tuinen herkend.
Soorten: strooiseleters in 26, grondeters in 35, pendelaars in 20 en compostwormen in 27 tuinen herkend.
Soorten: rode wegslakken in 25, lichte aardslakken in 5, tijgerslakken in 10 en akkerslakken in 21 tuinen herkend.
Soorten: gewone tuinslakken in 33, segrijnslakken in 34, Clausilia in 8 en boerenknoopje in 19 tuinen herkend.
Let op gele of bruinoranje achtergrondkleur en donkerbruine banden, bolle vorm
Soorten: wolfspinnen in 18, herfststrooiselspinnen in 6, gewone hooiwagens in 23 en aardhooiwagens in 8 tuinen herkend.
Let op het relatief grote achterlijf zonder opvallende strepen, vaak fluwelig behaard
Soorten: oprolpissebedden in 16, ruwe pissebedden in 39, mospissebedden in 15 en kelderpissebedden in 34 tuinen herkend.
Soorten: oprolmiljoenpoten in 2, slangenmiljoenpoten in 20, kleine tweestrepen in 14 en platrugmiljoenpoten in 2 tuinen herkend.
Kan lichaam tot bolletje oprollen (en anders dan bij de oprolpissebed: 4 poten per segment van het lichaam)
Soorten: glansloopkevers in 10, kortschildkevers in 6 en grote glimwormen in 1 tuinen herkend.
Soorten: wegmieren in 36, schubmieren in 0 en knoopmieren in 7 tuinen herkend.
Zelfs op balkons kun je best wat bodemleven tegenkomen. Goed om aan te denken!
Bestrate tuinen scoren verrassend goed dit jaar. De dieren kropen wellicht daar onder de stenen door de droogte? Maar hoe zit het met de bijzondere beestjes...
Groene daken kunnen nog wel een beetje hulp gebruiken. En zeker bij langdurig droog weer... We zouden graag meer waarnemingen krijgen!
De groene tuin huisvest altijd veel dieren en diversiteit. Ook voor de niet-zo-algemene soorten mogelijk een toevluchtsoord.
De halfgroene tuin doet bij de hoofdgroepen van de bodemdieren niet veel onder voor de groene tuin. Maar het aantal dieren en de variatie in soorten (biodiversiteit) is minder.
In park, plantsoen en kinderboerderij gaat het goed met pissebed, spin en worm. Goed voor meer natuur in de stad!
Een plantenbak is nog kleiner dan een balkon, maar zolang je planten leven zijn er zeker ook bodemdieren. (En zelfs als de plantjes dood zijn, maar de grond nog vochtig is...)
Op elk schoolplein en bij elke BSO zijn bodemdieren te vinden! De beste plekken zijn onder bomen of planten, maar ook bij de speeltoestellen en de afvalbakken.
De algemene bodemdieren zijn vaak gezien. Voor deze dieren kunnen tuinen dus een belangrijke rol spelen in de (stads)natuur.
Kevers en miljoenpoten komen nog steeds niet zoveel voor - mieren scoren dit jaar hoger!
