De 3 balkons die dit jaar zijn onderzocht, hebben wel een heel mooi gemiddeld cijfer. Vooral spinnen en pissebedden komen voor in dit 'tuin'type. Spinnen hebben minder dan veel andere bodemdieren de voorkeur voor natte bodems. Omdat spinnen muggen en vliegen eten, is dat heel fijn als je in een flat woont. Met wat grote plantenbakken en daarin – liefst - inheemse planten, kun je ze een goed heenkomen bieden.
In betegelde tuinen doet het bodemleven het net iets minder goed dan in halfgroene tuinen, maar met veel plantenbakken kun je toch een mooie beschutte plek creëren. Pissebedden, duizendpoten en slakjes zitten er graag onder. De beschutting helpt jou bovendien ook in warme zomers! Doordat water uit de potten en blaadjes verdampt, voelt het al gauw een stuk minder heet aan.
Het aantal groene daken in ons citizen science onderzoek is nog laag. Een groen dak is een heel goede manier om water vast te houden en dus de stad af te koelen op warme, droge dagen. Doordat de bodem op zo'n dak heel ondiep is, voelen regenwormen en miljoenpoten zich er echt niet thuis. Spinnen, pissebedden, mieren en duizendpoten des te meer! Om dit nog beter te kunnen onderzoeken, hopen we dat volgend jaar meer groendakbezitters meezoeken naar bodemdieren.
Deze tuin is en blijft de lievelingsplek van bodemdieren in de stad en het dorp. Negen diergroepen uit de Tiny Ten komen in tenminste de helft van het aantal groene tuinen voor. Dit jaar waren er meer tijgerslakken te vinden, die jagen op andere naaktslakken. Zo houden ze de planteneters in de tuin op een natuurlijke manier in evenwicht. En dat is goed voor al het leven onder én boven de grond.
Van alle diergroepen komen de huisjesslakken het vaakst in halfgroene tuinen voor. Ze vinden genoeg plekjes om te schuilen tegen droogte of kou. En ze helpen tuineigenaars op hun beurt ook: met hun rasptanden schrapen ze een deel van de algen van het terras. Opvallend: platrugmiljoenpoten blijken zich (dit jaar) erg thuis te voelen in de halfgroene tuin.
De absolute winnaar in de moestuin is de regenworm. Die kwam hier van alle bodemdiergroepen het vaakst voor. Begrijpelijk wel, want regenwormen houden erg van vruchtbare grond. De pendelaar, die voedzame plantenresten naar beneden brengt, deed het bovendien beter dan eerdere jaren. In dit tuintype kwamen overigens veel meer groepen vaker voor dan eerdere jaren en daardoor scoort de moestuin duidelijk hoger dan voorheen. Zijn moestuineigenaars succesvol hun bodems aan het verbeteren?
Wat gaat het goed met het bodemleven in openbaar groen en rond kinderboerderijen! Ze zijn een oase van groen in de stad en dus heel belangrijk voor de diversiteit. Interessant om te zien is dat in een klein deel van de zoekplekken in dit tuintype geen mieren, spinnen en pissebedden zijn gevonden. Zou het daar te nat zijn geweest voor die diertjes?
Tuineigenaars zoeken duidelijk liever ín hun tuin dan onder hun raam: dit jaar zijn er geen losse plantenbakken onderzocht.
Dat steeds meer scholen en bso's een groen plein belangrijk vinden, blijkt wel uit het prachtige rapportcijfer! Op één plein is zelfs een mol gevonden. Die geeft aan dat de bodem gezond is, want hij jaagt op regenwormen. Dit jaar hebben ruim 600 kinderen met elkaar gezocht. Veel van hen kregen bovendien les over de rol van bodembeestjes: die ruimen dode resten op en zijn dan ook de vuilnismannen van de natuur.
In zo’n dichtbegroeid, inheems bosje (ter grootte van een tennisbaan) komen eigenlijk alle diergroepen wel voor. Het Tiny Forest scoorde dit jaar het hoogst van alle tuintypen! Naast regenwormen en spinnen kunnen ook naaktslakken er ongestoord hun gang gaan. Hier leven bovendien (veel) mollen in alle rust.
Het netwerk van beheerders van voedselbossen zorgde voor een mooie inventarisatie in dit tuintype. In een voedselbos worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt en dat is goed voor het bodemleven, zo bevestigen ook de grote hoeveelheden waarin de diverse diergroepen er voorkomen.
In 2021 opnieuw een recordaantal waarnemers tijdens de Bodemdierendagen: maar liefst 1166 mensen keken rond op 353 plekken in het hele land. We gaan steeds meer in groepjes zoeken. Dat is mooi, want samen zie je het meest! De spinnen kwamen nipt in de meeste tuinen voor: het was een fotofinish met de pissebedden op de tweede en de regenwormen op de derde plaats. Het gemiddelde tuincijfer was weer hoog!