Balkons scoren best goed! Met een beetje aandacht kun je hier de dieren dus ook helpen.
(De keukenpapierproef was hier te lastig, dus daar zie je geen uitslag.)
Dit jaar deden er niet veel bestrate tuinen mee. Toch zitten ook daar wel wat (algemene) beestjes... Beter te zien met de keukenpapierproef?
De groene daken blijven weer achter in hun score. Voor dakvergroening van steden is wat hulp voor de bodemdieren waarschijnlijk gewenst.
(Je ziet hier nog geen resultaten voor de keukenpapierproef op een groen dak. Dat zit wel in het vervolgonderzoek.)
De groene tuin huisvest opnieuw de meeste dieren en diversiteit en krijgt dus het hoogste cijfer. Ook voor minder algemene soorten kan dit een geschikte plek zijn om te leven.
Bij het keukenpapier-onderzoek valt het rapportcijfer lager uit: hier tref je vaak niet alle groepen.
De halfgroene tuin doet bij de hoofdgroepen van de bodemdieren niet veel onder voor de groene tuin. Maar het aantal dieren en de variatie in soorten (biodiversiteit) is minder. Dus een lager rapportcijfer!
Bij de keukenpapierproef is het nog wat lager, omdat je daar bepaalde soorten mist.
In park, plantsoen en op de kinderboerderij leeft er van alles in en op de bodem: bijna alle soortgroepen zijn dit jaar gezien. Dat is goed voor meer natuur in de stad!
Zelfs in een kleine plantenbak leven bodemdieren. Maar dit jaar koos iedereen voor een grotere plek om te onderzoeken...
Op elk schoolplein en bij elke BSO zijn bodemdieren gevonden, en best veel. Spinnen zijn de winnaars hier dit jaar!
De algemene bodemdieren zijn vaak gezien: wel zo’n 3500 keer. Tuinen spelen dus een belangrijke rol in de (stads)natuur.
Pissebedden zijn op veel plekken ingehaald: de regenwormen zijn overall de winnaars in dit natte najaar! Dankzij de 'veilige plekjes' van de keukenpapierproef, winnen de pissebedden daar wel. Bij de 'gewone' waarnemingen kun je goed de verschillen zien met 2015 en 2016.