Balkons scoren dit jaar veel beter. Wel 8 van de 10 diergroepen zijn waargenomen in totaal, met opvallend vaak duizendpoten erbij. Een mooi cijfer voor de mogelijkheden op balkons. Er kan hier dus van alles om een stad groener te maken – als je het goed aanpakt.
Ook in bestrate tuinen leeft best wat, als er wat groens in de buurt staat. Wel wat minder leven per tuin, maar alles bij elkaar opgeteld is het gelukkig toch niet onder de mat te vegen. De pissebedden heersen niet alleen, want hier delen de spinnen de eerste plek met hen.
Veel groene daken deden er niet mee, maar de score is wel een stuk beter dan in het extreme 2018. Het was dit jaar minder droog – en dat merkten de dieren op groene daken waarschijnlijk ook.
De groene tuinen halen weer een topscore: dit is een veilige haven of het nu droog, nat of gewoon weer is. En dat geldt waarschijnlijk ook voor de minder algemene soorten bodemdieren. Er kan van alles leven in die waardevolle bodemjungle onder onze voeten.
(De pissebed verliest hier trouwens nipt van de regenworm).
De halfgroene tuin doet het behoorlijk goed, want bijna alle algemene bodemdieren zitten hier ook. Wel zie je minder biodiversiteit en minder grote aantallen per tuin dan in helemaal groene tuinen. Duizendpoten waren dit jaar moeilijker te vinden hier.
Nieuw dit jaar: de moestuin als apart tuintype! Het cijfer is niet zo hoog als in een groene niet-moestuin. Teveel verstoring? Aan het aanwezige voedsel zal het vast niet liggen... Winnaar is hier in ieder geval de (nuttige) regenworm, die in 100% van de moestuinen gevonden is.
In park en plantsoen gaat het wederom goed. Het cijfer voor de potentie van parken is dit keer zelfs het hoogste van de afgelopen vijf jaar. Belangrijk voor meer natuur in de stad!
Wie het kleine niet eert... Ook in een plantenbak kan van alles leven. Deze minituintjes moeten we niet vergeten. Zeker niet als er verder weinig groen of onbetegelde bodem in de buurt is.
De regenwormen en de spinachtigen verslaan de pissebedden op het schoolplein en de BSO. In het droge 2018 was de mier nog de opvallende winnaar. Het rapportcijfer is even hoog als vorig jaar: dus er kan van alles leven. Om dat cijfer te halen, is meestal wel speciale aandacht voor de natuur nodig rond een school.
Tiny Forests hebben bodemdieren veel te bieden. Het algemene rapportcijfer is dus even hoog als voor groene tuinen. Niet op iedere plek is alles aanwezig, maar wat niet is kan nog komen. Het aantal Tiny Forests groeit, en het is interessant om de ontwikkelingen de komende jaren te volgen!
In 2019 hebben de honderden waarnemers kennis gemaakt met wel bijna 8000 ‘bodemschatjes’! (Half)groene tuinen en parken zijn een eldorado voor bijvoorbeeld regenwormen, huisjesslakken, spinachtigen en pissebedden. Dat laten de resultaten van de afgelopen vijf jaar zien. En ook het algemene rapportcijfer is weer hoog: dat geeft aan welke belangrijke rol tuinen kunnen spelen in de stadsnatuur. Kunnen, want (nog) niet elke tuin scoort hoog.
De pissebedden staan weer stevig op 1: wel in 91 procent van de onderzochte tuinen leven ze. Verder dit jaar minder mieren en juist meer miljoenpoten.