Vanaf dit jaar kijken we ook naar akkerbodems. Voor bodemdieren blijkt het een uitdagende leefomgeving. Helaas krijgen akkers het laagste cijfer van de typen zoekplekken, wat betekent dat er hier minder kansen zijn voor bodemleven. Maar er is wel leven! Diepe gravers als wormen voelen zich er het meeste thuis. Pissebedden en mollen zijn er niet gevonden. Al zullen molshopen er ook niet zo opvallen?
Wat een diversiteit aan bodemleven is er mogelijk in alleen al potten & plantenbakken op een balkon! Dit jaar scoren de balkons erg goed. Bijkomend voordeel voor de menselijke bewoners is er ook: planten bieden de nodige verkoeling op zomerse dagen bijvoorbeeld. Dat ziet eruit als win-win...
Bijna alle 'tuintypen' van de Bodemdierendagen zijn beheerde stukken grond. In het bos vind je vaker plekken waar het bodemleven meer zijn eigen gang kan gaan. Daarom doet vanaf nu ook het bos mee met dit citizen science-project, met meteen een hoog cijfer. Dat cijfer laat zien dat er in een bos veel kan leven.
Dit jaar hebben de bestrate tuinen waarschijnlijk geprofiteerd van de natte zomermaanden. Het cijfer pakt opvallend hoog uit. In een bestrate tuin voelen mieren zich natuurlijk prima thuis. Die maken graag hun nest onder de tegels die snel opwarmen in de zon. Lift je wat tegels, dan zul je ook regenwormen tegenkomen. Maar tussen en naast de tegels zijn er dit jaar dus ook vaak de nodige andere bodemdieren gezien.
Waar kun je nu beter letterlijk 'onder het maaiveld' duiken dan in een stuk grasland? Bij dit nieuwe type zoekplek voor de Bodemdierendagen blijkt de diversiteit aan bodemdieren best hoog te zijn. Zeker wanneer er verschillende inheemse grassen en kruiden groeien, en er een slim maaibeheer is.
Niet veel waarnemingen, maar wel een goede score! Zeven mensen zochten dit jaar samen op één groen dak (en wel het dak van het Nederlands Instituut voor Ecologie). Zoals verwacht is het op het dak moeilijker aarden voor dieren die afhankelijk zijn van een vochtige bodem zoals naaktslakken en miljoenpoten, en voor mollen. Maar alle andere diergroepen van de Tiny Ten zijn wel present!
Het is geen verrassing dat de groene tuin een plek is waar bodemdieren graag leven. Door het grote aantal onderzochte tuinen geven de cijfers een goed beeld van de diversiteit aan diergroepen. Die is beduidend hoger dan in een halfgroene tuin. En in veel groene tuinen zie je dat er ook daadwerkelijk een hoog rapportcijfer voor de biodiversiteit van de bodem gescoord wordt, dat in de buurt van het kansencijfer (9,2) ligt.
Een halfgroene tuin, met zowel planten als terras, is voor een groot deel van de Tiny Ten best een aantrekkelijke leefplek. De kevers, duizendpoten en miljoenpoten kijken uit naar nog iets meer groen in de tuin. De slakken zijn hier juist meer dan gemiddeld te vinden.
Als we moestuinen vergelijken met akkers, dan scoren moestuinen een stuk beter. In beide typen zoekplekken wordt de grond bewerkt voor het kweken van groenten enzovoorts. Maar in moestuinen wordt niet zo diep en grootschalig geploegd. Dit kan verklaren waarom er meer bodemdieren gevonden zijn.
Veel groepen zochten weer in openbaar groen. En wat blijkt? Een heel hoog kansencijfer in 2023! Bijna alle groepen bodemdieren komen voor in de meeste parken, plantsoenen of kinderboerderijen. Dat betekent waarschijnlijk dat die plekken op zo’n manier worden beheerd dat de stadsnatuur er de kans krijgt. Bijvoorbeeld door de afgevallen bladeren niet meteen weg te blazen en zo min mogelijk de bodem te verstoren.
Dit jaar zijn er helaas geen losse plantenbakken onderzocht, hoewel er toch het nodige kan leven. Dat weten we van vorige keren. Toch vinden we de resultaten van plantenbakken undercover terug: in de resultaten van tuinen en balkons.
De Bodemdierendagen zijn (het hele jaar) populair als buitenles, op scholen en bso’s. Die aandacht voor dat onmisbare leven onder onze voeten is heel belangrijk. Daarnaast kregen we van 41 plekken kregen ook echt een volledige waarneming door uit de periode rond Dierendag. Samen vonden de leerlingen een mooie diversiteit aan soorten, met mieren een regenwormen als de uitschieters.
Sinds 2018 doen de Tiny Forests mee als een 'tuintype' tijdens de Bodemdierendagen. En de resultaten zijn goed! Alle tien hoofdgroepen zijn gevonden, sommige zelfs in elk minibos. Op maar liefst een derde van de plekken leven bovendien mollen, een indicatie voor een gezonde bodem. Als je naar de individuele cijfers kijkt per forest, dan is er bovendien een positieve ontwikkeling te zien met oplopende cijfers. Dus steeds dichter bij een optimale levende bodem...
Bij voedselbossen zie je een interessante mix met plek voor productie en natuur. En dat biedt genoeg kansen voor de bodemdieren, die natuurlijk onmisbaar zijn voor een gezonde en vruchtbare bodem onder het bos. We zien dit ook bij de paar buitenlandse voedselbossen die inmiddels meedoen met de waarnemingen.
Het is elk jaar een spannende strijd hoe de Bodemdieren Top 3 eruit ziet... In 2023 winnen opnieuw de regenwormen! Zij zijn in wel 87 % van de tuinen gevonden op of 'onder het maaiveld', met de spinnen er vlak achteraan. Samen met de pissebedden hebben we zo exact dezelfde Top 3 als het jaar ervoor. Opvallend: alle Tiny Ten-diergroepen zijn in meer tuinen gevonden dan vorig jaar. Waarschijnlijk hebben ze geprofiteerd van het vochtige weer. En heel mooi: we hebben uit een record aantal tuinen een waarneming binnen gekregen. Dank aan alle citizen scientists!