Regenwormen
Soorten: strooiseleters in 245, grondeters in 262, pendelaars in 179 en compostwormen in 139 tuinen herkend.
Soorten: strooiseleters in 245, grondeters in 262, pendelaars in 179 en compostwormen in 139 tuinen herkend.
Soorten: rode wegslakken in 281, lichte aardslakken in 56, tijgerslakken in 87 en akkerslakken in 144 tuinen herkend.
Soorten: gewone tuinslakken in 254, segrijnslakken in 248, Clausilia in 42 en boerenknoopje in 132 tuinen herkend.
Let op gele of bruinoranje achtergrondkleur en donkerbruine banden, bolle vorm
Soorten: wolfspinnen in 133, herfststrooiselspinnen in 86, gewone hooiwagens in 178 en aardhooiwagens in 64 tuinen herkend.
Let op het relatief grote achterlijf zonder opvallende strepen, vaak fluwelig behaard
Soorten: oprolpissebedden in 132, ruwe pissebedden in 264, mospissebedden in 123 en kelderpissebedden in 208 tuinen herkend.
Soorten: oprolmiljoenpoten in 25, slangenmiljoenpoten in 201, kleine tweestrepen in 76 en platrugmiljoenpoten in 40 tuinen herkend.
Kan lichaam tot bolletje oprollen (en anders dan bij de oprolpissebed: 4 poten per segment van het lichaam)
Soorten: glansloopkevers in 159, kortschildkevers in 73 en grote glimwormen in 7 tuinen herkend.
Soorten: wegmieren in 270, schubmieren in 25 en knoopmieren in 68 tuinen herkend.
Over de akker valt dit jaar niet veel te zeggen, vanwege het heel lage aantal waarnemingen. Wel lijken de bodemdieren ook hier geprofiteerd te hebben van het ontbreken van droogtes. Het kansencijfer is dit jaar namelijk veel hoger dan vorig jaar. Als je per akker kijkt, blijken er grote verschillen tussen de daadwerkelijk gescoorde dieren en dus cijfers voor de bodembiodiversiteit te zitten. Pak de kansen dus waar het kan, door bodemvriendelijk beheer.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
De spinnen scoren weer goed op de balkons dit jaar: te vinden op meer dan 70% van de deelnemende balkons. Ze worden nu wel geëvenaard door de mieren. Blijkbaar zoeken die het hogerop: hoger en droger dan in de natte tuinen van 2024? In ieder geval kunnen we zien dat je best veel bodemdieren op je balkon kunt laten leven, als je ze maar wat bodem te bieden hebt. Goed om te weten voor in de stad!
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
Veel bossen onder de waarnemingen dit jaar! Scouting- en IVN-groepen zijn hofleverancier. Alle diergroepen zijn vaker 'ontmoet' in het bos. Dat levert ook een hoog algemeen cijfer op van 9,3 voor de kansen van de bodemdieren. De verdeling onder de dieren is anders. Zo hebben de mieren de koppositie veroverd, waar dat vorig jaar de spinachtigen waren.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
De bestrate tuinen lijken dit jaar in hun score meer op halfgroene en groene tuinen. Waarschijnlijk hebben de bodemdieren wat minder last gehad van de afgedekte bodem in hun omgeving, door het vaak vochtige weer in 2024. Dat betekent, dat er niet zo veel hittestress was. Dat krijg je namelijk op plekken in steden en dorpen waar weinig open bodem en groen te vinden is: sterk oplopende temperatuur en droogte in de zomermaanden. En dat is iets waar bodemdieren niet van houden en ook niet goed tegen kunnen.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
In graslanden kun je van alles tegenkomen: in ieder geval regenwormen, spinnen en naaktslakken. Die zaten in alle graslanden dit jaar. Miljoenpoten zijn er juist maar weinig gezien. Het maakt hier veel uit wat het beheer is, en of er net gemaaid is als je zoekt bijvoorbeeld. En hoe meer inheemse plantensoorten, hoe beter het toeven is. Vooral ook omgekeerd: hoe meer bodemdieren, hoe gezonder de grond voor de planten.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
Geen kevers en mollen gezien, maar de andere acht bodemdiergroepen van de Tiny Ten zijn wel gescoord op de groene daken. Het kansencijfer is dit jaar met een 7,5 ook hoog – voor een groen dak dan, want daar zijn wel wat meer uitdagingen dan op de begane grond. Zoals droogte. Vaak is dat nogal bepalend namelijk voor het leven op het dak. In 2024 hebben de dieren op de daken kunnen profiteren van het ontbreken van lange droge periodes.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
De groene tuinen scoren dit jaar weer heel goed en zelfs net iets beter dan vorig jaar: het kansencijfer staat op 9,3. Het is natuurlijk geen verrassing dat de groene tuin een stabiele plek is waar bodemdieren graag leven. Door het grote aantal onderzochte tuinen krijgen we zo een goed beeld van de diversiteit in de bodem. Die is echt hoger dan in een halfgroene en zeker dan in een bestrate tuin. Veel groene tuinen halen ook individueel een hoog rapportcijfer dicht in de buurt van het kansencijfer. Dit jaar zijn de regenwormen de winnaars in de groene tuin: zij zijn in 94% van de tuinen gezien. En dus niet de naaktslakken : )
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
In de halfgroene tuinen is ongeveer de helft van het oppervlak verhard. Ook hier is het cijfer dit jaar gemiddeld hoger dan vorig jaar. Gunstig weer voor de bodemdieren geweest! De kansen liggen wat lager dan in de echt groene tuinen, maar toch is er al veel mogelijk. Hoewel er vaker slakken gezien zijn dan in 2023 – geen verrassing! – spannen de regenwormen toch de kroon. Miljoenpoten zie je hier meestal wat minder dan in groenere tuintypen, maar dit jaar waren ze in meer dan de helft van dit type te vinden.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
In tegenstelling tot veel andere tuintypen scoren de moestuinen dit keer wat lager. Toch blijft er genoeg leven over om te zien. Een diverse bodem is goed voor het laten groeien van je groente. Bodemdieren zijn de natuurlijke recyclers (oude bladeren worden het plantenvoedsel van volgend jaar) en bestrijders.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
De parken maken hun naam als groene parels in de stad waar: net als vorig jaar zien we met een 9,7 een superhoog kansencijfer. Hier kun je dus alle Tiny Ten veel tegen komen en zelfs nog vaker dan gemiddeld. Om de kansen ook in de praktijk te brengen bij andere parken, plantsoenen en kinderboerderijen, is het zaak om ze 'bodemdiervriendelijk' te beheren. Denk aan afgevallen herfstbladeren laten liggen waar het kan en alleen als het echt moet graven in de bodem.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
Fijn: dit jaar zijn er weer eens wat mensen op zoek gegaan in hun plantenbak. En wat ze daar aantroffen aan bodemdieren? Nou, eigenlijk van alles. Alleen die mol niet hè... Ook bevolken opvallend veel duizend- en miljoenpoten de plantenbakken. Dat klopt wel. Als je een plantenpot of -bak optilt, zie je ze daar best vaak onder schuilen. Waarschijnlijk omdat het verder een bestrate omgeving is waar de potten op staan, zoals een groot terras.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
Super, al die schoolpleinen die onderzocht zijn! En er blijkt genoeg groen en bodem te vinden bij de deelnemende scholen en BSO’s, want het kansencijfer blijft stabiel op een 9. De pissebedden laten een opmars zien: ze zijn gezien op 88 procent van de pleinen en vorig jaar was dat maar 76 procent. De mieren zakken juist af naar de 3e plek. De bodemdieren zijn trouwens ook in andere delen van het jaar een hit als buitenles. Die aandacht voor het onmisbare leven onder onze voeten is heel belangrijk.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
Veel Tiny Forests dit jaar. En ja hoor: ze scoren weer heel fraai! Ze hebben zo'n beetje hetzelfde patroon aan bodemdieren als groene tuinen, maar dan met nog net wat meer kansen. Daarom is het kansencijfer voor dit 'tuintype' een 9,6! Individuele minibosjes wisselen in hun cijfer voor de biodiversiteit in de bodem. Het cijfer verandert ook met de leeftijd van het Tiny Forest.
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
Een wat kleinere selectie voedselbossen dit jaar, maar wel weer met spinachtigen en pissebedden als topscoorders. De mieren blijken wat te zijn weggezakt, net als de kevers. Zij werden vorig jaar namelijk nog in meer dan 80 procent van de voedselbossen gevonden. Samen is al dit bodemleven onmisbaar voor een gezonde en vruchtbare bodem onder het voedsel(bos).
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
Met een recordaantal waarnemingen en waarnemers heeft de 10e editie van de Bodemdierendagen veel kennis over de bodemdieren in de Nederlandse tuinen opgeleverd! Wat opvalt, is dat bijna alle diergroepen in een groter deel van de tuinen gezien zijn en gemiddeld meer dieren per tuin dan ooit. Het relatief vochtige jaar speelt een grote rol, met vooral een zomer zonder lange hete en droge periodes. De Top 3 is daardoor ook net anders dit jaar: de vochtminnende regenwormen en pissebedden overwinnen de spinnen. En ondanks het lange slakkenseizoen en met naaktslakken in wel 81 % van de tuinen, grijpen die toch naast de 'prijzen'. Veel weggeraapt dit jaar? De pissebedden winnen trouwens wel nipt het 10-jaar klassement van de regenwormen... Al met al een fijn jaar voor het bodemleven, en dank aan alle burgerwetenschappers!
Het kansencijfer berekenen we door alle gevonden bodemdieren in 'tuinen' van een bepaald type op te tellen, en daar de totale biodiversiteit van te scoren. Dat geeft de waarde aan die zulke plekken kunnen hebben, dankzij aandacht en goed beheer. Individuele tuinen scoren wisselend, dus dit kansencijfer kun je als streefscore zien.
