Regenwormen
Soorten: strooiseleters in 50, grondeters in 61, pendelaars in 30 en compostwormen in 31 tuinen herkend.
Soorten: strooiseleters in 50, grondeters in 61, pendelaars in 30 en compostwormen in 31 tuinen herkend.
Soorten: rode wegslakken in 55, lichte aardslakken in 8, tijgerslakken in 13 en akkerslakken in 28 tuinen herkend.
Soorten: gewone tuinslakken in 66, segrijnslakken in 62, Clausilia in 10 en boerenknoopje in 23 tuinen herkend.
Let op gele of bruinoranje achtergrondkleur en donkerbruine banden, bolle vorm
Soorten: wolfspinnen in 35, herfststrooiselspinnen in 12, gewone hooiwagens in 43 en aardhooiwagens in 5 tuinen herkend.
Let op het relatief grote achterlijf zonder opvallende strepen, vaak fluwelig behaard
Soorten: oprolpissebedden in 30, ruwe pissebedden in 60, mospissebedden in 24 en kelderpissebedden in 52 tuinen herkend.
Soorten: oprolmiljoenpoten in 5, slangenmiljoenpoten in 54, kleine tweestrepen in 18 en platrugmiljoenpoten in 2 tuinen herkend.
Kan lichaam tot bolletje oprollen (en anders dan bij de oprolpissebed: 4 poten per segment van het lichaam)
Soorten: glansloopkevers in 37, kortschildkevers in 12 en grote glimwormen in 1 tuinen herkend.
Soorten: wegmieren in 70, schubmieren in 2 en knoopmieren in 8 tuinen herkend.
Balkons scoren dit jaar echt slecht. De vorige drie jaren was er nog best wat leven te vinden, maar de droogte en de hitte in de stad hebben hier wellicht toegeslagen.
Dit jaar deden er niet veel bestrate tuinen mee. Met de gevonden beestjes – ja, ook daar leeft best wat – scoorden ze toch een voldoende.
De groene daken blijven alweer achter: net als in 2016 een magere score! Het lijkt erop dat droogte zijn tol eist op daken. Iets om rekening mee te houden, omdat we in steeds meer steden groene daken (willen) aanleggen.
De groene tuinen houden de hoge score vast: dit blijft een veilige haven of het nu droog, nat of gewoon weer is. Ook voor de minder algemene soorten bodemdieren.
De halfgroene tuin doet niet veel onder voor de groene tuin, want de algemene bodemdieren zitten hier ook. Wel minder biodiversiteit en minder grote aantallen. Verder is de pissebed hier terug op 1!
In park en plantsoen is het rapportcijfer nu wel ietjes lager uitgevallen, maar alle soortgroepen zijn gevonden. Dat is goed voor meer natuur in de stad!
Zelfs in de grond van een plantenbak leeft wat. Dit keer hebben we daar alleen geen waarnemingen van.
Het rapportcijfer voor school- en BSO-pleinen is dit jaar hoger dan bij de vorige edities. Dat betekent dat er van alles kan leven. Al waren er dit jaar ook scholen die door de droogte moeite hadden om het te vinden... Opvallende winnaar is hier de mier! Lekker nest onder de warme tegels?
Dit nieuwe tuintype komt met stip binnen met het hoogste algemene rapportcijfer van allemaal. Dat belooft dus wat voor de Tiny Forests, die zich nog verder gaan ontwikkelen. En er komen er nog meer...
De algemene bodemdieren zijn vaak gezien: wel zo’n 7500! En ook het algemene rapportcijfer is weer hoog: dat geeft aan welke belangrijke rol tuinen kunnen spelen in de stadsnatuur. Kunnen, want niet elke tuin scoort hoog... Zeker in dit extreem droge jaar.
We zagen minder vaak naaktslakken: ook door de droogte? De pissebedden eisen wel hun eerste plaats weer op. In het natte 2017 waren ze van de troon gestoten, maar nu zijn zij weer in de meeste tuinen gevonden!
